Geschreven door Bente Oldescholtenhuis
Trauma, het brein en werk: handvatten voor re-integratie
In ons vorige blog is besproken wat PTSS en trauma inhouden en hoe je als HR-professional de eerste stappen zet in het ondersteunen van medewerkers die hiermee worstelen. In dit vervolg gaan we dieper in op hoe trauma het brein beïnvloedt en wat dit betekent voor het werkproces en re-integratie.
Trauma en het brein
Dr. Anne Marsman, expert op het gebied van trauma, legt uit dat trauma met name invloed heeft op vier belangrijke hersengebieden.
- Amygdala: scant zintuiglijke informatie en slaat alarm bij gevaar.
- Hippocampus: verantwoordelijk voor geheugen en informatieverwerking.
- Broca’s spraakcentrum: regelt het vermogen om te praten.
- Prefrontale cortex: stuurt hogere denkfuncties aan, zoals plannen, concentratie en logisch nadenken.
Anne verduidelijkt: “Als het alarm afgaat, gaan deze hersengebieden haperen. Dit kan er onder andere in resulteren dat iemand tijdelijk niet of moeilijk kan praten, of juist een spraakwaterval wordt (Broca). Het kan ook betekenen dat je een black-out krijgt en niet bij informatie kunt die je eigenlijk wel bezit (hippocampus). Ook nieuwe informatie verwerken gaat dan niet of nauwelijks.
Ze voegt toe: “Als iemand niet kan praten, lukt het soms wel om te schrijven, of tekenen. Het kan daarom helpend zijn om iemand te vragen het op te schrijven, of te tekenen als uitspreken te moeilijk is. Het is ook belangrijk te beseffen dat rationeel nadenken en beslissingen nemen erg lastig is als de interne alarmbel loeit. Mensen kunnen dan ook heel impulsief en soms onlogisch reageren. Daarnaast bestaan herinneringen aan traumatische ervaringen soms uit flarden, of ontbreken helemaal. Het kan dus zijn dat iemand geen volledig beeld heeft van wat er precies is gebeurd.
Overlevingsreacties
Anne legt uit dat tijdens een traumatische ervaring de volgende overlevingsreacties worden geactiveerd:
- Fight (vechten, verdedigen)
- Flight (op de vlucht slaan)
- Freeze (bevriezen, verlammen, ineenstorten)
PTSS versus trauma
Anne benadrukt: “PTSS is niet hetzelfde als trauma. Trauma is de verwonding, PTSS is een vorm van die verwonding, het is een psychische aandoening.” Ze legt uit dat niet iedereen die een traumatische gebeurtenis meemaakt, ook PTSS ontwikkelt. “Ongeveer 80% maakt een potentieel traumatische ervaring mee, zo’n 10% ontwikkelt PTSS. Het overgrote deel kan van een ingrijpende ervaring herstellen, maar snelle interventie is belangrijk.”
PTSS kan zich uiten in:
- intrusies (flashbacks, nachtmerries);
- vermijding van triggers;
- negatieve gevoelens en gedachten;
- hyper-arousal (extreme spanning en alertheid).
Anne voegt toe: “Soms ontstaan deze klachten pas vele jaren later, we noemen dat PTSS met uitgestelde expressie.”
Complexe PTSS
Anne wijst op het belang van het onderscheiden van complexe PTSS: “Complex trauma ontstaat door herhaalde en langdurige traumatische ervaringen, vaak al in de kindertijd. De impact hiervan is vaak heel groot en kan resulteren in wat ook wel complexe PTSS wordt genoemd. Naast de klassieke PTSS-uitingen zien we bij complexe PTSS ook problemen met impuls- en emotieregulatie, dissociatie, een negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en moeite met relaties en vertrouwen in anderen.”
Ze voegt toe: “90% van de mensen met complexe PTSS hebben daarnaast nog minimaal één aanvullende classificatie, zoals ADHD/ADD, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, psychotische stoornissen, autismespectrumstoornis, obsessief-compulsieve stoornis, dissociatieve stoornis of verslaving. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze ‘aanvullende classificaties’ vaak helemaal niet aanvullend zijn, maar net zo goed een uiting van complexe PTSS. Je moet het niet los van elkaar bekijken..”
DSM-classificaties en erkenning
Anne benadrukt het belang van erkenning: “Niet erkend of geloofd worden, is vaak de grootste pijn. DSM-classificaties (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) zijn constructen gebaseerd op afspraken over clusters van symptomen. Ze zijn beschrijvend, niet verklarend. Een redenering als ‘ik kan me niet concentreren door mijn ADHD’ is dan ook onjuist. Het niet kunnen concentreren kan weleens een symptoom van ADHD zijn, maar dat betekent nog niet dat het er ook door veroorzaakt wordt. Erkenning krijgen voor je klachten en de context waarin ze zijn ontstaan is belangrijk. De gevolgen van erkenning of het gebrek daaraan zijn groot. Pas als er erkenning is, kan men aan herstel werken.”
Ze merkt op: “In Nederland wordt complexe PTSS niet officieel als aparte classificatie erkend; het staat niet beschreven in de DSM. In de ICD, een alternatief systeem dat onder andere in Frankrijk wordt gebruikt, wordt complexe PTSS wél beschreven. Het is absoluut belangrijk om het onderscheid tussen PTSS en complexe PTSS wel te maken, het heeft implicaties voor zowel begeleiding als behandeling.”
Impact op werk
Veranderingen in het brein en de complexiteit van PTSS kunnen grote gevolgen hebben voor het functioneren op het werk.
Medewerkers met PTSS of trauma kunnen het volgende ervaren:
- Moeite met concentratie en planning.
- Overgevoelig voor stress en onverwachte situaties.
- Problemen met het aangaan en onderhouden van relaties.
- Worstelen met een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
- Moeite met impulsbeheer en emotieregulatie.
Handvatten voor re-integratie
Anne raadt iedereen die een medewerker met PTSS of trauma begeleidt tijdens het re-integratieproces aan om, net als onze ervaren senior adviseurs, de volgende handvatten te gebruiken.
- Bied duidelijkheid en voorspelbaarheid
Wees duidelijk en maak dingen zo voorspelbaar mogelijk. Afspraken, de agenda, wat er precies gaat gebeuren, etc. Sommige mensen hebben veel voorspelbaarheid nodig om zich veilig te voelen. - Geef controle (terug)
Bied keuzes aan, hoe klein ook. Bijvoorbeeld: Wil je hier zitten of daar? Zullen we met A of met B beginnen? ? - Creëer verbinding
Gebruik woorden als ‘samen’ en ‘wij’. Trauma gaat vaak ook over zich alleen voelen. - Normaliseer en kalmeer
Leg uit dat hun reacties normaal zijn gezien wat de medewerker heeft meegemaakt. - Beweeg
Als de spanning oploopt, stel dan voor om even op te staan en te bewegen. Dit kan helpen om stress te verminderen en om uit een bevriezingsreactie te komen. - Bied co-regulatie
Blijf kalm en rustig, ook als de ander in chaos verkeert. - Wees geduldig
Herstel kost tijd. Kleine stapjes zijn ook vooruitgang. - Werk samen met professionals
Schakel zo snel mogelijk gespecialiseerde hulp in als dit nodig lijkt. - Houd rekening met verschillende communicatievormen
Heeft iemand moeite met praten, probeer dan alternatieven zoals schrijven of tekenen. - Wees je bewust van mogelijke ‘comorbiditeit’
Gezien de hoge kans op aanvullende aandoeningen, is een holistische benadering cruciaal.
Tot slot
Het begeleiden van medewerkers met PTSS of trauma tijdens hun re-integratieproces vraagt om kennis, geduld en maatwerk. Door rekening te houden met de impact van trauma op het brein en door een veilige, voorspelbare omgeving te creëren, lever je als HR-professional of leidinggevende een belangrijke bijdrage aan het herstelproces.
Wil je meer weten over hoe je medewerkers met PTSS of trauma ondersteunt in hun re-integratieproces? Neem dan contact op met Fith. Samen werken we aan een succesvolle terugkeer naar de werkvloer.